Hemelwaterverordening
Water en bodem bij ruimtelijke ontwikkelingen
Wanneer je op een locatie een initiatief hebt om bijvoorbeeld woningen of bedrijven te ontwikkelen en deze activiteit is niet (geheel) mogelijk op basis van het omgevingsplan, dan kun je een buitenplanse omgevingsactiviteit (Bopa) of een wijzing van het omgevingsplan aanvragen. Hierin geef je onder andere aan hoe je om wilt gaan met hemelwater binnen de gewenste ontwikkeling. Bij ruimtelijke ontwikkelingen zijn water en bodem sturend, omdat ze van grote invloed zijn op ons dagelijks leven. Daarom houden we in ruimtelijke ontwikkelingen rekening met de belasting van bodem en water, klimaatverandering, ruimte voor water en toekomstige beheerkosten.
We adviseren om van tevoren contact op te nemen met de gemeente om samen te bekijken of een Bopa of wijziging omgevingsplan het beste past bij het project. Je vindt hierover meer informatie op de pagina’s 'Van idee tot omgevingsvergunning' en de pagina 'Wijzigen van het omgevingsplan'.
Hemelwaterbeleid
De gemeente heeft in haar hemelwaterverordening vastgelegd hoe er bij de realisatie van nieuw verhard oppervlak omgegaan moet worden met hemelwater. Om voldoende ruimte voor water te realiseren binnen ontwikkelingen gebruikt de gemeente Weert het volgende hemelwaterbeleid voor nieuwbouw (uitbreiding, inbreiding, bijgebouwen), herbouw van woningen/ bedrijven of aanbouwen met een verhard oppervlak vanaf 50 m2:
- Er is geen verplichting tot aanleg van een waterbergende voorziening. Wel moeten kansen worden benut om zo min mogelijk verharding te realiseren.
- Gescheiden aanleg van riolering is verplicht.
- Verplichting tot aanleg waterbergende voorzieningen infiltratie op eigen perceel. Volgens gemeentelijk beleid:
- o 100 mm waterberging per m2 verhard oppervlak.
- o Voorziening zodanig ontworpen dat deze binnen 24 uur weer 100% beschikbaar is.
- Bij nieuw en/of vervangend verhard oppervlak > 300 m2, verplichting voor infiltratieonderzoek.
- Vanuit hemelwaterberging wordt een beheer- en controleerbare overloopvoorziening gerealiseerd. Dit kan naar een gemeentelijke voorziening of naar oppervlaktewater.
Overloopvoorziening naar gemeentelijke voorziening: Regels voor hemelwaterinfiltratie worden geregeld in de omgevingsvergunning van de gemeente.
Overloopvoorziening naar oppervlaktewater: Regels voor hemelwaterinfiltratie worden geregeld in de omgevingsvergunning van de gemeente en watervergunning van het waterschap.
Bij nieuwe ontwikkelingen wordt verwacht dat hemelwater en afvalwater op de juiste wijze worden verwerkt. Je moet hierbij rekening houden met een waterbergingsvoorziening en de lozing van afvalwater. De kaart onderaan deze pagina geeft met arcering weer op welke locaties het werkingsgebied ‘infiltratie’ van toepassing is en geen sprake is van een uitzondering.
Eisen voor waterbergingsvoorziening binnen een ontwikkeling
Bij het realiseren van nieuw verhard oppervlak vinden we het vanzelfsprekend dat er waterberging op eigen perceel wordt geregeld zodat regenwater geen overlast geeft in je omgeving. Dit eisen we op locaties die vallen in het ‘werkingsgebied infiltratie’. In het werkingsgebied infiltratie ziet de gemeente mogelijkheden om regenwater te infiltreren in de bodem omdat de grondwaterstanden voldoende laag zijn. Deze verplichting geldt niet wanneer er bij een nieuwe ontwikkeling meerdere woningen of bedrijven worden gerealiseerd en er een collectieve waterberging binnen de planontwikkeling op openbaar terrein gerealiseerd wordt.
Voor de waterberging die binnen een ontwikkeling wordt gerealiseerd, gelden de volgende eisen:
- Er geldt een verplichting voor het realiseren van een hemelwaterberging binnen de ontwikkeling. (Hierover lees je meer onder het kopje ‘Soorten waterbergende voorzieningen’.)
- Deze verplichting is van toepassing op het ‘werkingsgebied infiltratie’.
- Bij het bepalen van de benodigde inhoud van de hemelwaterberging is het uitgangspunt dat de voorziening 100 liter per m² verhard oppervlak probleemloos moet kunnen bergen.
- Hemelwater infiltreert vanuit de hemelwaterberging in de bodem. Is infiltratie beperkt mogelijk, dan mag de leegloop uit een voorziening maximaal 2 l/s/ha bedragen zodat de voorziening binnen 24 uur na een regenbui weer 100% beschikbaar is.
- Bij verhard oppervlak groter dan 300 m² is het uitvoeren van een infiltratieonderzoek verplicht.
- De infiltratievoorziening moet controleerbaar zijn op de werking (dus zichtbaar of toegankelijk).
- De infiltratievoorziening moet de mogelijkheid hebben tot reinigen, inspectie en onderhoud.
- Een hemelwaterberging mag boven- of ondergronds worden gerealiseerd.
- De bodem van de voorziening ligt boven de gemiddelde hoogste grondwaterstand (GHG).
- Bij een ondergrondse hemelwaterberging moet altijd een bladvanger en zandvanger toegepast worden tussen regenpijp en hemelwaterberging om vervuiling in de voorziening te voorkomen.
- De voorziening voor het hemelwater moet altijd zodanig ontworpen worden dat het bijdraagt aan het verminderen van piekafvoeren en niet leidt tot wateroverlast.
- Het aan te leggen systeem in een situatie waar meerdere woningen/bedrijven worden gerealiseerd, moet ontworpen worden op een neerslaggebeurtenis met een herhalingstijd T=100, gemiddeld klimaatscenario 2050.
- Er wordt een overloopvoorziening gerealiseerd (bij voorkeur bovengronds) voor de afvoer van water bij hevige buien als de voorziening vol is.
De gemeente toetst het ontwerp van het aan te leggen systeem.
Geohydrologisch-/ infiltratieonderzoek en grondwatermonitoring
Voor initiatieven met meer dan 300 m2 verhard oppervlak is het verplicht een geohydrologisch-/ infiltratieonderzoek uit te voeren. In dit geohydrologisch onderzoek komt het volgende naar voren:
- K-waarden (kengetal voor de mate van doorlatendheid van de bodem) moeten in het veld en/of door laboratoriumproeven worden gemeten.
- Het infiltratieonderzoek moet inzicht geven in de laagopbouw en bijbehorende doorlatendheid van de bodem tot een diepte van minimaal 3,0 m-maaiveld.
- Het infiltratieonderzoek moet inzicht geven in de grondwaterstand door middel van meting (peilbuis).
We adviseren om bij een project van meer dan 1 ha al vroegtijdig te starten met monitoring van de grondwaterstanden om meer inzicht te krijgen in de grondwaterstanden binnen de planontwikkeling. Zo kan een passende oplossing voor water worden gevonden.
Soorten waterbergende voorzieningen
Er kan gedacht worden aan de volgende waterbergende voorzieningen:
- Bovengrondse infiltratievoorzieningen
Bij bovengrondse infiltratievoorzieningen kun je denken aan een wadi, greppel of vijver in je tuin. Door een verlaging in je tuin aan te brengen (wadi) kan daar het hemelwater naar toe lopen en in de bodem infiltreren. Deze vorm van waterberging vraagt ruimte, maar is goed te beheren en je ziet waar het hemelwater naar toe gaat. Wanneer je een vijver hebt, kun je regenwater van je dak op de vijver aansluiten. Bij regenval wordt de vijver tijdelijk gevuld met water dat later weer de bodem in kan trekken. - Ondergrondse infiltratievoorzieningen
Door het aanleggen van een ondergrondse infiltratievoorziening kan ruimte dubbel worden gebruikt. Je kunt bijvoorbeeld denken aan infiltratiekratten, een grindkoffer of lavakoffer die je onder het terras of je inrit legt. Belangrijk bij dergelijke voorzieningen is dat je voorkomt dat deze voorzieningen vervuilen. Om de voorziening goed te laten functioneren, zijn een bladvanger bij de regenpijpen en een zandvanger voordat het hemelwater de ondergrondse voorziening in gaat belangrijke elementen. Over het algemeen is een ondergrondse voorziening kostbaarder om te realiseren. - Ondergrondse waterberging
Ga je bouwen op een plek waar het grondwater relatief hoog staat? Dan kun je nog steeds een waterberging op eigen perceel aanleggen. Je kunt dan kiezen voor een dichte waterberging zodat regenwater na een hevige bui vertraagd wordt afgevoerd naar bijvoorbeeld oppervlaktewater of naar een openbare hemelwatervoorziening. - Groene daken
Tegenwoordig zijn er verschillende type groene daken. Deze dragen positief bij aan de biodiversiteit en zorgen voor verkoeling van de woning. Sommige groene daken kunnen best wel wat regenwater vasthouden, zodat je daarmee ook een deel van de benodigde waterberging kunt realiseren.
Je vindt hierover meer informatie op de website www.waterklaar.nl.
Lozing van afvalwater
Bij nieuwe ontwikkelingen is het belangrijk om al in een vroegtijdig stadium na te denken over hoe om te gaan met afvalwater. In stedelijk gebied is de verwachting dat de openbare riolering huishoudelijk- of bedrijfsafvalwater wel kan verwerken. In het buitengebied bestaat de kans dat de openbare riolering niet voldoende capaciteit heeft om de beoogde hoeveelheid afvalwater te lozen. Wanneer hier meer wordt geloosd dan enkel het huishoudelijk afvalwater van een woning, kan het zo zijn dat aansluiting op de gemeentelijke riolering niet mogelijk is.
Zorg dat je tijdig contact opneemt met de gemeente om te onderzoeken hoe je het beste om kunt gaan met afvalwater. De gemeente toetst dan of de hoeveelheid afvalwater kan worden verwerkt op de aanwezige openbare riolering. Wanneer lozing alleen mogelijk is door aanpassing van de openbare riolering, komen de kosten hiervoor voor rekening van initiatiefnemer.
Voor meer informatie, zie de hemelwaterverordening.