Lees voor ?

Leerlingenvervoer

Leerlingenvervoer is er voor kinderen in het (voortgezet) speciaal onderwijs, basisonderwijs en speciaal basisonderwijs (sbo). Je kind kan mogelijk van deze bekostiging gebruik maken wanneer de school ver weg ligt of je kind een beperking heeft en hierdoor niet zelf of met begeleiding naar school kan reizen.

Wanneer de basisschool van je keuze ver weg ligt, en dichterbij is geen school van dezelfde richting, kan je kind mogelijk gebruik maken van een bekostiging voor het leerlingenvervoer.

Ook wanneer je kind op het voortgezet onderwijs les volgt en door een structurele beperking niet zelf (te voet, met de fiets of het met het openbaar vervoer) naar school kan reizen is er mogelijk een bekostiging voor het leerlingenvervoer.

Hoe werkt het?

  • Meestal wijst de directeur van de school je bij de inschrijving bij de school op de vergoedingsregeling.
  • Bij de gemeente kun je een schriftelijk verzoek indienen om vergoeding van de kosten. Per schooljaar moet je dat voor 1 juni doen.
  • De gemeente zal het verzoek toetsen aan de regeling leerlingenvervoer. Binnen acht weken moet de gemeente een besluit nemen.
  • Je ontvangt van de gemeente een beschikking. In deze beschikking is vermeld of je aanspraak op vervoer hebt en welke vervoerskosten je vergoed krijgt.

Voorwaarden

De regeling geldt voor primair onderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs.

  • Als de dichtstbijzijnde basisschool op meer dan 6 kilometer afstand van je woning ligt, vergoedt de gemeente de kosten van openbaar vervoer als je kind naar deze school gaat.
  • Als de gemeente openbaar vervoer met begeleiding toestaat, krijg je een vergoeding voor je kind en de begeleider.
  • Als je kind niet zelfstandig of onder begeleiding met het openbaar vervoer kan reizen, is er recht op aangepast vervoer.

Beperkingen

Bij vervoer naar een basisschool of school voor speciaal basisonderwijs (sbo) kan de gemeente een financiële drempel hanteren. Dit betekent dat de gemeente kan bepalen dat

  • De kosten van de eerste kilometers voor jouw rekening komen. In dit geval krijg je alleen de kosten vergoed die boven het drempelbedrag uitkomen.
  • Als de afstand tussen de school en je woning meer dan 20 kilometer is, de gemeente een financiële bijdrage naar draagkracht van je kan verlangen.

Wat heb je nodig?

  • Je kunt met je DigiD inloggen via de knop “online regelen” hieronder. Het aanvraagformulier is dan digitaal in te vullen.
  • Kun je niet met DigiD inloggen? Vraag dan een aanvraagformulier op bij Annet Wijnen. Haar contactgegevens staan onderaan deze pagina.
  • Vraag een IB 60-formulier aan bij de Belastingdienst waarop het belastbaar inkomen van beide ouders staat en voeg dat toe. Dit is alleen nodig voor leerlingen die een school voor primair onderwijs of speciaal basisonderwijs (sbo) bezoeken.

Toelichting bij het aanvraagformulier

Bij het aanvraagformulier hoort een toelichting. Deze toelichting vind je hieronder. 

Algemene informatie

Voor de toekenning van de bekostiging wordt uitgegaan van de kosten van het vervoer naar de dichtstbijzijnde voor de leerling toegankelijke school. Deze school moet op minimaal 6,0 kilometer van het verblijfadres zijn gelegen. Dit wordt berekend met de ANWB-routeplanner, kortste route.

Opgelet! Formulieren die onjuist of onvolledig zijn ingevuld, worden niet in behandeling genomen.

Ze zullen naar de aanvrager worden teruggestuurd. De aanvrager wordt dan in de gelegenheid gesteld de aanvraag binnen twee weken te wijzigen of aan te vullen. Wordt hiervan geen gebruik gemaakt, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

Het helemaal ingevulde en ondertekende formulier, voorzien van de nodige bijlagen, kan worden opgestuurd aan:

Gemeente Weert, Afdeling WIZ, Postbus 950, 6000 AZ WEERT.

Informatie over het leerlingenvervoer kan worden verkregen bij mevrouw A. Wijnen van de afdeling WIZ. Ze is aanwezig op maandag tussen 9.00 en 13.00 en dinsdag en donderdag tussen 09.00 en 16.00 uur. Haar telefoonnummer is 0495–575458 en haar e-mail is a.wijnen@weert.nl.

Informatie over het aanvraagformulier kan gevraagd worden aan mevr. Wijnen of de directeur van de school.

Een aanvraag voor het nieuwe schooljaar moet worden ingediend vóór 1 juni. Burgemeester en wethouders geven vóór 1 augustus een beschikking af (binnen acht weken).

De beslissing kan met vier weken worden uitgesteld (artikel 3, vijfde lid verordening bekostiging leerlingenvervoer gemeente Weert 2021). Van dit uitstel zal de aanvrager schriftelijk door burgemeester en wethouders op de hoogte worden gesteld. Uiterlijk één dag voor het einde van de uitgestelde termijn moet een beschikking op de ingediende aanvraag door burgemeester en wethouders zijn gegeven.

Wanneer de aanvraag niet vóór 1 juni wordt ingediend, beslissen burgemeester en wethouders binnen acht weken na ontvangst van het aanvraagformulier. Ook hierbij geldt een eventueel uitstel van de beslissing van vier weken.

Aanvragers moeten wijzigingen tijdens het schooljaar die van invloed zijn op de bekostiging, direct schriftelijk aan burgemeester en wethouders doorgeven.

Wanneer de gemeente het vervoer verzorgt, wordt geen bekostiging verstrekt. De leerling kan dan gebruik maken van het verzorgde vervoer.

Vraag 1

Onder het begrip “aanvrager” wordt verstaan: ouders, voogden of verzorgers van leerlingen. Wanneer de leerling meerderjarig en handelingsbekwaam is, kan de leerling zelf een aanvraag doen.

Vraag 2

De officiële naam van de leerling, zoals deze bij de burgerlijke stand bekend is, moet hier worden ingevuld. Het adres van de woning waar de leerling verblijft en van waaruit de school wordt bezocht, moet worden ingevuld.

Vraag 3

De noodzakelijke kosten verbonden aan weekeinde- en vakantievervoer worden bekostigd wanneer de leerling in een internaat of pleeggezin verblijft met het oog op het volgen van passend (voortgezet) speciaal onderwijs. Wanneer er andere redenen voor dit verblijf zijn, bijvoorbeeld sociale of medische redenen, dan komen de kosten van het vervoer niet voor bekostiging in aanmerking.

Vraag 5

Richting

Leerlingenvervoer kan verkregen worden naar de dichtstbijzijnde, toegankelijke school van de soort en de richting. Onder richting wordt verstaan: de godsdienstige of levensbeschouwelijke inslag van een school. Een onderwijskundige richting, bijvoorbeeld Jenaplan-, Dalton- of Montessori-onderwijs, is geen reden om leerlingenvervoer toe te kennen. Wanneer de aanvrager bezwaar heeft tegen het openbaar onderwijs of de richting van het onderwijs van dichterbij gelegen bijzondere scholen, moet een schriftelijke verklaring bij de aanvraag gevoegd worden. Zie verklaring 1.

Schoolsoort

Met de categorie “voortgezet onderwijs” worden alle vormen van regulier voortgezet onderwijs bedoeld, zoals vmbo (waaronder het praktijkonderwijs en het leerwegondersteunend onderwijs vallen), mavo, havo en vwo. Leerlingen van het voortgezet onderwijs komen alleen in aanmerking voor leerlingenvervoer, wanneer zij een verstandelijke, lichamelijke en/of zintuiglijke beperking hebben. En als gevolg daarvan niet of niet zelfstandig met het openbaar vervoer kunnen reizen.

Afstand

Wanneer de enkelvoudige afstand van de woning van de leerling naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor regulier basisonderwijs méér dan 20 kilometer bedraagt, kan de aanvragers een draagkrachtafhankelijke bijdrage worden opgelegd. Bij het bepalen van de afstand tussen de woning en de school wordt uitgegaan van de kortste, voor de leerling voldoende begaanbare en veilige weg.

TOELICHTING DEELFORMULIER A
basisonderwijs en speciale school voor basisonderwijs

Vraag 6

Onder een fiets kan ook worden verstaan een driewieler of tandem.

Vraag 7

Aanvragers komen in aanmerking voor bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer wanneer de leerling een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoekt. En de afstand van de woning naar de school meer dan 6,0 km bedraagt.

Vraag 8

Voor leerlingen die een school voor basisonderwijs of een speciale school voor basisonderwijs bezoeken, geldt dat bekostiging van de kosten van openbaar vervoer gekregen kan worden voor een begeleider. Ouders moeten dan wel aantonen dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken (hiervoor moet vraag 9 ingevuld worden).

Hiervan kan onder andere sprake zijn:

  • Wanneer de beperking (verklaring 2 invullen) en/of de leeftijd van de leerling begeleiding noodzakelijk maakt.
  • Wanneer de leerling tijdens de rit met het openbaar vervoer een of meer keren over moet stappen op te gevaarlijke overstappunten en dit door de leeftijd van de leerling onverantwoord is.
  • Wanneer de route van het uitstappunt van de bus naar de school te gevaarlijke punten kent en een goede oplossing voor deze gevaarlijke punten niet mogelijk is (bijvoorbeeld verkeersbrigadiers etc.).

Vraag 9

Ouders kunnen in aanmerking komen voor bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer wanneer:

  • De lichamelijke, verstandelijke en/of zintuiglijke beperking van de leerling aangepast vervoer vereist. Verklaring 2 moet ingevuld worden.
  • De reistijd met het openbaar vervoer meer dan 1,5 uur enkele reis is. En de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd met het openbaar vervoer kan worden teruggebracht. Verklaring 3 moet ingevuld te worden.
  • Openbaar vervoer ontbreekt.

Vraag 10

Wanneer de aanvragers de leerling zelf willen vervoeren, kan dit aangegeven worden bij deze vraag. Dit betekent echter niet dat de aanvragers door deze verklaring automatisch aanspraak kunnen maken op eigen vervoer. Het college moet hiervoor toestemming geven. Hierbij wordt uitgegaan van de goedkoopste goede voorziening. Ook moet aangegeven worden hoe en hoeveel leerlingen vervoerd worden. En of men bereid is leerlingen uit andere gezinnen te vervoeren.

Vraag 11

De aanvragers moeten de inkomensgegevens aan de gemeente overleggen in verband met het eventueel heffen van een drempelbedrag. Dit drempelbedrag bedraagt de kosten van het openbaar vervoer over de eerste 20 km (gerekend vanaf de woning/de school) per te vervoeren kind per schooljaar, wanneer het gecorrigeerd verzamelinkomen van de aanvragers meer bedraagt dan € 29.700,00 per jaar. De kosten voor openbaar vervoer worden berekend aan de hand van zones; over 1 zone bedragen de kosten € 384,21 (één ster jaarabonnement met korting) en over 2/3 zones € 630,68 (twee sterren jaarabonnement met korting). Ook kan aan ouders van leerlingen die een school voor basisonderwijs bezoeken, een draagkrachtafhankelijke bijdrage gevraagd worden. Dit kan wanneer de afstand tussen de woning en de school meer dan 20 km is.

Het gecorrigeerd verzamelinkomen staat vermeld op het IB 60-formulier dat door de aanvragers is op te vragen bij de Belastingdienst. Om het gezinsinkomen te kunnen bepalen moeten van beide ouders/verzorgers van de leerling (of de ouder en zijn/haar partner) IB-60-formulier van 2022 worden overgelegd.

Vraag 12

Wanneer het formulier niet ondertekend is door de aanvrager(s) van de vervoersvoorziening, kan de aanvraag niet in behandeling worden genomen en wordt het formulier teruggestuurd.

TOELICHTING DEELFORMULIER B
(voortgezet) speciaal onderwijs

Vraag 6

Onder een fiets kan ook worden verstaan een driewieler of een tandem.

Vraag 7

Onder een bromfiets kan ook worden verstaan een scootermobiel of een invalidenwagen (Arola).

Vraag 8

Aanvragers komen in aanmerking voor bekostiging op basis van de kosten van openbaar vervoer wanneer de leerling een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoekt. En de afstand van de woning naar de school meer dan 6,0 km bedraagt.

Vraag 9

Voor de leerlingen die een school voor (voortgezet) speciaal onderwijs bezoeken, geldt dat bekostiging van de kosten van openbaar vervoer gekregen kan worden voor een begeleider.

Ouders moeten dan wel aantonen dat de leerling niet in staat is zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik te maken (hiervoor moet vraag 9 ingevuld worden).

Hiervan kan onder andere sprake zijn:

  • Wanneer de beperking (verklaring 2 invullen) en/of de leeftijd van de leerling begeleiding noodzakelijk maakt.
  • Wanneer de leerling tijdens de rit met het openbaar vervoer een of meer keren over moet stappen op te gevaarlijke overstappunten en dit door de leeftijd van de leerling onverantwoord is.
  • Wanneer de route van het uitstappunt van de bus of trein naar de school te gevaarlijke punten kent en een goede oplossing voor deze gevaarlijke punten niet mogelijk is (bijvoorbeeld verkeersbrigadiers etc.).

Vraag 10

Ouders kunnen in aanmerking komen voor bekostiging op basis van de kosten van aangepast vervoer wanneer voldaan wordt aan bovenstaande eisen en:

  • Wanneer de lichamelijke, verstandelijke en/of zintuiglijke beperking van de leerling aangepast vervoer vereist. Verklaring 2 moet ingevuld te worden.
  • Wanneer de reistijd met het openbaar vervoer meer dan 1,5 uur enkele reis is. En de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd met het openbaar vervoer kan worden teruggebracht. Verklaring 3 moet ingevuld worden.
  • Wanneer openbaar vervoer ontbreekt.

Opgelet! Wanneer de leerling niet voldoet aan de gestelde kilometercriteria, maar de lichamelijke, verstandelijke en/of zintuiglijke beperking van de leerling aangepast vervoer vereist, kunnen de kosten die hieraan verbonden zijn toch voor bekostiging in aanmerking worden gebracht.

Vraag 11

Wanneer de aanvragers de leerling zelf willen vervoeren, kan dit aangegeven worden bij deze vraag. Dit betekent echter niet dat de aanvragers door deze verklaring automatisch aanspraak kunnen maken op eigen vervoer. Het college moet hiervoor toestemming geven. Hierbij wordt uitgegaan van de goedkoopste goede voorziening. Ook moet aangegeven worden hoe en hoeveel leerlingen vervoerd worden. En of men bereid is leerlingen uit andere gezinnen te vervoeren.

Vraag 12

Wanneer het formulier niet ondertekend is door de aanvrager(s) van de vervoersvoorziening, kan de aanvraag niet in behandeling worden genomen en wordt het formulier teruggestuurd.

TOELICHTING DEELFORMULIER C
voortgezet onderwijs

Vraag 6

Leerlingen in het voortgezet onderwijs hebben alleen aanspraak op leerlingenvervoer als zij niet of niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken door een lichamelijke, verstandelijke en/of zintuiglijke beperking. Verklaring 2 moet ingevuld worden.

Alle andere leerlingen die naar het reguliere voortgezet onderwijs gaan (inclusief leerlingen praktijkonderwijs en leerwegondersteunend onderwijs) komen niet in aanmerking voor leerlingenvervoer. Hieronder vallen bijvoorbeeld leerlingen die:

  • een beperking hebben, maar zelfstandig met het openbaar vervoer naar school kunnen;
  • om andere redenen dan een beperking geen gebruik kunnen maken van het openbaar vervoer;
  • een tijdelijke beperking hebben, zoals een gebroken been.

     

Zij kunnen, net als alle andere leerlingen in het voortgezet onderwijs, op basis van de Wet tegemoetkoming onderwijsbijdrage en schoolkosten (WTOS) een tegemoetkoming aanvragen bij de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO). Voor meer informatie, zie: www.duo.nl.

Dit geldt overigens ook in de situatie dat het niet (goed) mogelijk is met het openbaar vervoer naar school te reizen, vanwege het ontbreken van openbaar vervoer of slechte openbaar vervoervoorzieningen.

Vraag 7

Onder een fiets kan ook worden verstaan een driewieler of tandem.

Vraag 8

Onder een bromfiets kan ook worden verstaan een scootermobiel of een invalidenwagen (bijv. Arola).

Vraag 9

Voor de leerlingen die een school voor voortgezet onderwijs bezoeken en niet zelfstandig van het openbaar vervoer gebruik kunnen maken door een lichamelijke, verstandelijke en/of zintuiglijke beperking, geldt dat zij in eerste instantie in aanmerking komen voor de kosten van openbaar vervoer plus de kosten van openbaar vervoer voor een begeleider.

Vraag 10

Er kan aanspraak gemaakt worden op aangepast vervoer wanneer:

  • de leerling door de beperking niet in staat is om met het openbaar vervoer te reizen, ook niet onder begeleiding. Verklaring 2 moet ingevuld worden;
  • aanspraak bestaat op openbaar vervoer met begeleiding en het openbaar vervoer ontbreekt;
  • aanspraak bestaat op openbaar vervoer met begeleiding en de reistijd met openbaar vervoer meer dan 1,5 uur enkele reis bedraagt. En de reistijd met aangepast vervoer tot 50% of minder van de reistijd met het openbaar vervoer kan worden teruggebracht. Verklaring 3 moet ingevuld te worden.

Vraag 11

Wanneer de aanvragers de leerling zelf willen vervoeren, kan dit aangegeven worden bij deze vraag. Dit betekent echter niet dat de aanvragers door deze verklaring automatisch aanspraak kunnen maken op eigen vervoer. Ook dient aangegeven te worden hoe en hoeveel leerlingen vervoerd worden en of men bereid is leerlingen uit andere gezinnen te vervoeren.

Vraag 12

Wanneer het formulier niet ondertekend is door de aanvrager(s) van de vervoersvoorziening, kan de aanvraag niet in behandeling worden genomen en wordt het formulier teruggestuurd.

Achtergrondinformatie

Voor leerlingenvervoer komen de leerlingen in aanmerking die onderwijs volgen bij de volgende instellingen:

  • Speciaal onderwijs (so) en voortgezet speciaal onderwijs (vso): scholen in het kader van de Wet op de Expertisecentra, zoals ZMLK en vso-ZMLK, ZMOK en vso-ZMOK, mytyl- en tyltylonderwijs, scholen voor zintuiglijk gehandicapten, meervoudig gehandicapten (mg) en vso-mg;
  • Speciale scholen voor basisonderwijs (sbo);
  • Scholen voor basisonderwijs: regulier of bijzonder;
  • Voortgezet onderwijs (vo), alleen als er sprake is van structurele beperking.

De Verordening bekostiging leerlingenvervoer gemeente Weert 2021 is van kracht.

Contact

Heb je vragen over leerlingenvervoer? Neem dan contact op met Annet Wijnen, telefoon (0495) 575 458 of (06) 146 784 58, email: a.wijnen@weert.nl.

Cookiemelding
Deze site gebruikt cookies. Info / uitzetten Deze site gebruikt cookies. Info / uitzetten